Vlieland, gemaakt door zee, zand en wind
Wij kennen Vlieland als eiland met veel bos. Dat is niet altijd zo geweest. Gastredacteur Dirk Bruin vertelt in twee delen over de veranderingen op het eiland in de afgelopen 100 jaar.
Dit is het eerste deel, over stuivend zand en de invloed van de mens op de natuur op Vlieland.
Op Vlieland hebben we bossen en het duinlandschap is vrijwel overal bedekt met begroeiing. Er was een tijd dat Vlieland er totaal anders uit zag. Nog geen 100 jaar geleden was er vrijwel geen boom op het eiland te vinden, buiten het dorp althans. In die tijd waren de duinen ook nog niet vastgelegd door begroeiing en door de vele kale plekken in de duinen en met harde wind stoof het zand over het gehele eiland.
Het landschap op Vlieland is helemaal gevormd door wind en zand. Lange tijd hebben de bewoners van Vlieland strijd gevoerd tegen dit stuivende zand. Tegelijkertijd werkten ze het stuiven van het zand ook in de hand door de spaarzame begroeiing weg te laten grazen door geiten. De geit was eigenlijk nog het enige stuk vee dat op het eiland kon leven, omdat de geit zich ook met de schrale duinbegroeiing kan voeden. Dat Vlieland in het verre verleden een grote stuivende zandhoop is geweest getuige de hoge duinen op het eiland.
Het meest in het oog springend is de 45 meter hoge Vuurtorenduin, maar er zijn nog een paar hele hoge, zoals het Poterslid en het Kooispleklid, beiden zo'n 30 meter hoog. Als je op of onder de Vuurtorenduin staat, zie je wat voor enorme bult zand het eigenlijk is. Als dit nu met kranen en vrachtwagens gemaakt zou moeten worden, zou men daar maanden mee bezig zijn.
Voor 1908 was het beheer der Domeingronden op Vlieland in handen van het Departement van Financiën, die dat op haar beurt weer over liet aan Rijkswaterstaat. De gemeente Vlieland deed geregeld haar beklag over het stuivende zand: het zand blies over de vuurtorenduinen en daalde neer op de vruchtbare gronden rond het dorp. De klachten hadden tot gevolg dat Financiën eind 1908 het beheer uitbesteedde aan het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, die daarop het beheer en ontginning van het duingebied op Vlieland overliet aan het Staatsbosbeheer.
Het landschap op Vlieland is helemaal gevormd door wind en zand.
Staatsbosbeheer ging daarop voortvarend aan het werk. Er kwam een groot bosaanplantproject, beginnende bij het Bomenland. Bosaanplant in een duinlandschap is niet eenvoudig. Het is schrale grond dat amper water vast houdt.
Ook moesten er boomsoorten geplant worden die op deze grond en in een klimaat als op een Waddeneiland kunnen gedijen. Wat niet altijd zichtbaar is, is dat er tijdens een storm uit het noordwesten het eiland wordt gehuld in een wolk van hele fijne druppels zout water: de spray die in de branding ontstaat en over heel Vlieland wordt geblazen. Zout is schadelijk voor de meeste planten en bomen.
Staatsbosbeheer had voor elke hoogte op het eiland een boomsoort gekozen. In de laag gelegen vochtige valleien plantte men loofhout, terwijl men ook sloten groef om het water af te voeren. Langs de randen van het aan te planten bos werd de zeeden geplant, herkenbaar aan de lange naalden en grote dennenappels.
Verder plantte men Corsicaanse-, Oostenrijkse-, en bergdennen. Elke den kreeg zijn eigen plek.
Badweg met zicht op het villapark. De aangeplante bomen zijn duidelijk herkenbaar.
Na het bomenland werd bos geplant ten noorden van het dorp en later bij de Lange-Paal en de Nieuwe Kooi. De gebieden waar het festival nu plaatsvindt, zoals het voetbalveld en nabij de ijsbaan, was in het begin van de vorige eeuw alleen nog maar duinlandschap. Een laag en goed begroeid duingebied met valleien die als weiland werd gebruikt, zoals de plek waar nu Doniastate staat en een stuk noordelijk van Eureka. Ook het huidige sportveld was ooit een stuk beweid duinlandschap.
Duitse soldaten op het sportveld tijdens de tweede wereldoorlog.
De Klaas Douwesvijver, zuidwestelijk van kampeerterrein Stortemelk, is handmatig gegraven. Zoals eerder genoemd was een van de problemen van de bosplant dat hoger gelegen delen van het eiland te droog waren om jonge dennen te planten.
Als oplossing hiervoor had men het volgende bedacht: in elk plantgat werd eerst een met water doorweekte turf geplaatst. Tegen deze natte turf werden de wortels van het tweejarige boompje gelegd en het gat werd gedicht. Zo had het jonge boompje via de wortels altijd voldoende water. De Klaas Douwesvijver is een van de plekken waar de turven in werden gegooid om helemaal te doordrenken, het zogenaamde verwateren van de turven. Een andere plek waar dit gebeurde was de torenvijver.
Zicht op Vlieland in 1929. Beduidend minder bos.
De aanplant van bomen heeft het beeld van het landschap tussen het dorp en het strand ingrijpend veranderd. Was er ooit zicht rondom, nu is er een bos met dennen waarvan sommigen meer dan honderd jaar oud zijn. Tot en met de jaren '70 van de vorige eeuw was het heel goed te zien dat de bossen waren aangeplant: kaarsrechte rijen van dennen, een echt productiebos. Nadat de inzichten en taken van Staatsbosbeheer zijn gewijzigd is het bos omgevormd naar een gemengd bos. De dicht op elkaar geplante dennen lieten geen licht toe naar de bodem, en de dennennaalden vormde een zurige humuslaag waarop weinig groeide. Door dunning, aanplant en spontaan opschieten van loofhout is er inmiddels een bos met meer soorten ontstaan, dat door veel bodembegroeiing voor vogels ook aantrekkelijker geworden is.
De ijsbaan voor de vergroting.
Het ontwerp van de nieuwe ijsbaan.
Een ander opvallende waterplas in het bos waar Into The Great Wide Open zich afspeelt is de ijsbaan. De naam maakt meteen duidelijk was het is, een plek om te schaatsen. Vlielanders hadden lang een wens om een schaatsbaan op het eiland te realiseren. De eerste plannen dateren van 1906, maar het duurde uiteindelijk nog tot 1912 voordat de ijsbaan was gerealiseerd. Buiten de vergunningen moest er ook geld komen voor de aanleg van de ijsbaan. Hiervoor werden o.a. aandelen uitgegeven, in totaal 156 met elk een waarde van een rijksdaalder. Vroeger was de ijsbaan een vrijwel rechte baan in het bos, maar tegenwoordig heeft het meer de aanblik van een vijver.
Zicht op het Vlieland van nu (foto: Rijkswaterstaat).