Spinvis: "Langzaam word je ergens steeds beter in, maar ik weet nog steeds niet waarín dan eigenlijk precies"
Een donderdagochtend. We hebben afgesproken in café De Spiegel. Spinvis (Erik de Jong) zit bij het raam. Ik krijg een hand en ga-maar-zitten gebaar. Hij lijkt me niet in opperbeste stemming, maar misschien lijkt dat alleen maar zo.
Mag ik het gesprek opnemen?
Ja, liever wel, als het kan. Je kunt toch niet alles opschrijven. Alleen losse krabbeltjes, en dan moet ik later alles weer recht zetten.
Tja….heb je wel goed geslapen?
Ik geloof het wel. Meestal gaat het in stukjes en beetjes. Droompje hier, droompje daar. Er moet nu echt een nieuwe plaat worden gemaakt en dat betekent dat ik alle demo's en ideetjes en teksten van de afgelopen jaren bij elkaar moet schrapen en moet rangschikken op bruikbaarheid.
Ben je tevreden tot nu toe?
Wel over de losse elementen, maar ik heb nog geen idee wat het allemaal met elkaar te maken heeft en wat voor plaat het uiteindelijk gaat worden. Dat zie je pas als alles is uitgewerkt. Voorlopig lijkt het wel een poppie plaat te worden. Liedjes van 3 minuten. Maar het kan nog alle kanten op. Gelukkig spelen we nu heel veel en zijn we bijna dagelijks onderweg, zodat er naast het gepuzzel in de studio ook een andere wereld is waar alles weer een beetje kan wegwaaien.
Saartje Van Camp en jij toeren nu met Oogcontact Van De Eenzaamste Soort. Is dat een voorstelling of een muziek-optreden?
Nou, allebei eigenlijk. We spelen Oogcontact heel vaak. Dit jaar iets van zeventig keer. Daarbij komen we vooral in theaters, maar ook in clubs en op festivals. Het past allemaal. Alles wat telt is dat je invoegt in de energie van de mensen in de zaal. Dat heeft niets te maken met hard of snel. Alhoewel, met een loopstation stapelen we drums en bas en van alles op elkaar en maken we best wel lawaai zo nu en dan.
Het gaat over het licht, Oogcontact Van De Eenzaamste Soort is een voorstelling over licht. Jullie bedienen het licht zelf...
Voor oogcontact heb je twee mensen nodig, maar ook licht. Dat licht maken we zelf, op het podium, alsof het een muziekinstrument is. Om ons heen staan verschillende fotolampen, ouderwetse schijnwerpers, en hangen gloeilampen aan hoge stangen. Alles is aangesloten op een oude analoge lichttafel die naast de synths staan. Terwijl ik speel verandert Saartje het hele lichtbeeld, of andersom speel ik lichtorgel bij een cello solo. Zonder woorden vertel je toch een verhaal. Het uitvinden van die choreografie was moeilijk en leuk om te doen. Moeilijke dingen zijn leuk. Reacties van het publiek zijn ook echt goed. Mensen zijn geraakt. Ontroerd.
Is dat belangrijk?
Ja. Nee, niet per se belangrijk. Iets kan op veel manieren goed zijn, maar we kiezen er voor om redelijk kwetsbaar op het podium te staan, en mijn teksten zijn nu eenmaal niet zo eenduidig, dus als dat zo nu en dan een traan ontlokt bij het publiek dan is er iets belangrijks overgekomen. Dat is toch bijzonder.
Waarom met z’n tweeën?
Vorig jaar hebben we een heel grote productie gemaakt, Kintsukuroi. Een opera met dansers, een koor en een uitgebreide bezetting. Een onvoorstelbaar avontuur, maar het betekende ook heel veel regelen, heel veel praten en heel veel mensen. Oogcontact is een soort antwoord op die strak geregisseerde hectiek. Nu staan er twee mensen op het podium. In alle vrijheid. Iedere avond veranderen we kleine dingen.
Is het altijd leuk, zo vaak spelen? Is er nooit een dag dat je geen zin hebt?
Nee, nooit, echt niet. Ik wil dit altijd blijven doen. Heel langzaam gaan we ergens heen, ontwikkelen we een stijl, een vorm die voortdurend zoekt naar. Het is ook het vertrouwen in het publiek dat groter wordt. En andersom. Ik ehm...langzaam word je ergens steeds beter in, maar ik weet nog steeds niet waarin eigenlijk precies. Begrijp je me nog?
Nee.
O, ja, beetje vaag he? Nou ja, maakt niet uit. Het gaat om het spelen. Het letterlijke spelen. Het simpele plezier om iets te maken wat er nog niet was. Als dat je niet verlaat kun je er rustig een mensenleven mee vullen.
Is inspiratie belangrijk? Of is het eigenlijk een kwestie van gewoon aan het werk gaan?
Inspiratie blijft een mysterieuze aangelegenheid. De Romeinen hanteerden het begrip van de Genius en de Grieken spraken van een Daimon, een onzichtbare geest die naast je bestaat en je zo nu en dan dingen influistert. Ik geloof niet dat zo’n geest echt bestaat, maar het is wel een beeld dat de dagelijkse praktijk beter weergeeft dan het gangbare idee dat de kunstenaar maar moet wroeten en worstelen en vooral veel drinken om de woorden of melodieën ergens uit een geheime kelder onder in zijn ziel weg te slepen. Gewoon maar aan het werk gaan en een beetje lief zijn voor je Daimon, zou ik zeggen.
Spinvis & Saartje van Camp spelen Oogcontact Van De Eenzaamste Soort op Here Comes The Summer (1 t/m 3 mei).