Een festival in een natuurgids
Over frappante planten en dieren op Vlieland
Wie het festivalterrein verlaat, het hoge duin beklimt en Vlieland overziet, zal het idee krijgen een natuurgids te zijn binnengestapt. Het eiland bestaat namelijk voor het grootste gedeelte uit bos. Tussen de bomen en het duingras leven talloze bijzondere dieren en planten, zoals de rugstreeppad en de brede wespenorchis. Wezentjes die niet persé van muziek, podia en rondspringende festivalbezoekers houden. Toch kunnen ze ongestoord hun gang gaan tijdens Into The Great Wide Open. Hoe kan dat?
Waar de Vlielandse klinkerstraten oplossen in de schaduw van het aangelegde dennenbos begint het rijk van de dieren en planten. Hier kunnen torretjes, hagedissen en vogels heel lekker wonen. De honderd jaar oude dennenbomen en de jongere frisse loofbomen bekleden ongeveer een derde van het eiland. Er valt dus een hoop te verkennen en wandelaars, fietsers en natuurbewonderaars houden van het eiland.
En dan is het eerste weekend van september. Wanneer muziek- en cultuurliefhebbers met de veerboten van Rederij Doeksen en een Van Dobben kroket in de hand de oversteek naar Vlieland wagen. Vier dagen lang festijn op dit door de zee omarmde natuurgebied. We laten de wereld even voor wat ie is om te kijken naar goede muziek bij De Open Plek, met een wc-rol over kampeerterrein Stortemelk of Lange Paal te sjouwen en het Hoge Duin te beklimmen. Maar zoveel gebeurtenissen te midden van zulke kwetsbare natuur, kan dat eigenlijk wel?
We spraken met drie flora- en faunakenners van Vlieland: boswachters Herman Vogel, Carl Zuhorn en Anke Bruin-Kommerij. Niemand die de natuur van Vlieland beter kent dan hen. Ze weten precies waar alle verschillende dieren wonen en planten staan en turen samen met organisatoren van Into The Great Wide Open het eiland af naar natuurvriendelijke podiumplekken. Is zo’n plek eenmaal gevonden, dan moet het plan goedkeuring krijgen van het Ecologisch Adviesbureau, dat goed weet hoe de wisselwerking tussen de flora en fauna op Vlieland is. Door deze samenwerking kan de natuur op het eiland onaangedaan haar gang gaan.
Beste boswachters, kunnen jullie ons vertellen met welke planten en dieren Into The Great Wide Open rekening moet houden?
Dit diertje is moeilijk te spotten vanwege zijn zandkleurige velletje, maar als je goed kijkt zie je hier een echte zandhagedis. Dit is een vrouwtje. Haar mannelijke metgezel is wispelturiger van huidskleur. Zijn donkergroene flanken en buik kleuren in de lente - wanneer de dagen lengen en de meisjes versiert moeten worden - felgroen. Het is een heel bijzonder beestje met een stompe snuit en niet groter dan je smartphone. De zachte zanderige bodem van Vlieland vormt een perfect woongebied voor de zandhagedis. De duinen zijn hun lievelingsspot, daar kunnen ze heerlijk zonnebaden en als het te heet onder de voeten wordt wat beschutting zoeken in de bosjes.
En daar staat de flinke brede wespenorchis, fier met z’n langgerekte bloementros naar de blauwe hemel gericht. Lommerrijk Vlieland is een aangename plek voor deze wilde orchidee. Ondanks dat z’n bloemen een beetje treurig naar de grond kijken, schittert hij in de maanden juni en juli door z’n rode, gele of lila kleuren. De plant komt voor op plaatsen die door de mens gebruikt worden, maar een festivalterrein is weer net teveel van het goede. Kijk daarom, als je met je lief over de kronkelige Vlielandse bospaden struint, goed langs de bospaden of je dit juweeltje van een orchidee kan spotten!
De pad die zich misschien wel een beetje een muis voelt. Hij mag dan wel wratten hebben, maar de rugstreeppad rent door het bos als een veldmuis. Watervlug beweegt hij met z’n pootjes over de Vlielandse grond. Ook slaapt hij graag in een holletje gemaakt door een knaagdier. Hij is zo groot als een kiwi en heeft een grijsbruine kleur met een frappante gele streep over de ruggengraat. Ondanks dat hij een beetje mollig oogt, is het een gemotiveerd beestje die ontzettend grote afstanden kan afleggen en goed nieuwe terreinen kan koloniseren.
Deze kleine vriend zoekt in het Vlielandse bos naar vochtige en koele plekjes om te schuilen en te slapen. Ook kun je hem veel vinden in het zoete water van de bosvijver, waar hij heerlijk duf kan dobberen en z’n pootjes ontspannen naar beneden laat hangen terwijl hij als een echte snorkelaar geniet van alles wat onder hem verschijnt. Hoewel het na de bruine kikker (Rana temporaria) en de gewone pad (Bufo bufo) de meest algemene amfibie uit de Benelux is, is het toch wel een heel opmerkelijk diertje. Dat komt omdat hij gek is op dril - om er lekker doorheen te zwemmen, maar ook als maal tegen de honger.
Tekst: Anne van Mourik / Beeld: Sophia Twigt