Leven als kunstobject
De eigenzinnige wereld van improvisatiekunstenaar Lonnie Holley, gereproduceerd in beeld en muziek
Kunst is iets geworden dat met voorwerpen te maken heeft, en niet met mensen of met het leven. Dat is althans hoe de filosoof Michel Foucault erover dacht. Hij was er juist van overtuigd dat iedereen een kunstwerk van zijn leven zou kunnen maken. Was Foucault in november samen met mij op Le Guess Who? geweest, dan had hij met eigen ogen kunnen ervaren dat er wel degelijk mensen op deze aarde rondlopen die een kunstwerk maken van hun bestaan. Lonnie Holley identificeert zich via zijn werk, maar zijn leven is daarmee ook het onmiskenbare onderwerp van zijn kunst. De aanwezigheid van Holley is noodzakelijk om zijn beeldende kunst en muziek als een compleet geheel te kunnen beleven.
Op de zondag van Into The Great Wide Open is er zo’n zeldzame gelegenheid. De muziek van Lonnie Holley wordt op het Bospodium namelijk in de juiste context geplaatst: Lonnie Holley zelf. Een niet te missen kans dus.
Lonnie Holley heeft zijn leven gewijd aan het maken van interdisciplinaire improvisatiekunst. Sinds 1979 creëert hij sculpturen, schilderijen, tekeningen en muziek met zijn observaties en gevonden voorwerpen als primitieve middelen. Als een obsessieve verzamelaar kijkt Holley om zich heen, oprecht nieuwsgierig en gebiologeerd door de schoonheid van alledaagse troep. Kapotte muziekinstrumenten, verroeste stukken metaal, beschimmelde sinaasappelschillen en papieren zakdoekjes: in alles wat hij tegenkomt tijdens zijn vele wandelingen ziet Holley een verborgen geschiedenis. De wereld ervaren als een enorme onuitputtelijke bron van verhalen, die zich verschuilen in de meest banale voorwerpen en overal letterlijk voor het oprapen liggen. Geen wonder dat de 64-jarige Holley voortdurend bezig is met zijn kunstverzameling. Via zijn werk lijkt hij ons te willen zeggen dat we beter om ons heen moeten kijken en zo de schoonheid van de meest triviale dingen weer leren inzien.
Holley predikt dezelfde boodschap ook middels zijn muziek. De muzikale conventies links laten liggen, zodat de essentie van muziek alle ruimte krijgt om zich te openbaren. Op zijn elektrische keyboard ontwerpt hij eenvoudige en voortkabbelende klanken, zonder enige vorm van structuur: geen akkoordwisselingen, geen melodieën en geheel geïmproviseerd. Hetzelfde geldt voor zijn zang. Teksten worden al zingend, pratend of rochelend ter plekke verzonnen en herhaald, refreinen ontbreken. Daar komt nog bij dat Holley bij vlagen onverstaanbaar is, wat het geheel nog abstracter maakt. Maar is dat niet juist wat hij nastreeft met zijn muziek? Het weglaten van alle afleidende elementen, en via die abstrahering tot de kern komen. Muziek is er immers om emoties te genereren bij de luisteraar. Muziek als een mysterieus verhaal dat door iedereen op een andere manier geïnterpreteerd wordt. Op Vlieland zal Holley’s optreden ongetwijfeld uiteenlopende emoties opwekken bij het publiek. Verbazing, ongemakkelijk gelach, nieuwsgierigheid, irritatie en genot wisselden zich ook af bij zijn show in de Utrechtse Janskerk. Goed of slecht, dat is hier niet aan de orde. Het scheppen van individuele emoties, associaties en verhalen is het doel: ‘I’m trying to celebrate the opportunities that music allows for each individual.’
Terug naar de schepper zelf, want het harde leven van Lonnie Bradley Holley is al even ongeregeld als zijn werk. In 1950 geboren te Birmingham, Alabama, als zevende in een nest met 27 kinderen in totaal. Naar eigen zeggen werd hij voor een fles whiskey verhandeld op zijn vierde, verdiende hij een jaar later zijn eerste geld door zwerfafval te rapen in een drive-in bioscoop en nog voordat hij een tiener was, verliet hij school voorgoed. Als een soort wolfskind was Holley dus al vroeg gewend aan een innerlijk bestaan vol chaos en rotzooi, vervreemd van de wereld om zich heen. De reden dat de persoonlijke geschiedenis van Holley hier kort wordt samengevat, is omdat deze zijn kunst voor een groot deel dicteert en uitlegt. Oeuvre en biografie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, waaruit blijkt dat Holley inderdaad kunstwerken maakt van zijn leven. Foucault zou tevreden zijn geweest.
‘My art and my music are like Siamese twins. The best way to experience them would be to have me follow behind you in an art gallery, singing as you viewed the work.’
Zonder enige kennis van Holley’s geschiedenis is het dus onmogelijk om zijn kunst te kunnen doorgronden. Daarnaast adviseert hij zelf om zijn beeldende kunst en muziek tegelijkertijd te ervaren. ‘My art and my music are like Siamese twins. The best way to experience them would be to have me follow behind you in an art gallery, singing as you viewed the work.’ Zoals het een goede vader van een Siamese tweeling betaamt, zal hij tijdens exposities en optredens dus aanwezig moeten zijn, om zijn creaties te kunnen begeleiden. De sculpturen zijn te zien in verschillende kunstgalerijen en de uitgebrachte studioalbums zijn overal te beluisteren, maar wat daarbij toch het meest opvalt is de fysieke afwezigheid van Lonnie Holley zelf. Tijdens de show op het Bospodium zullen waarschijnlijk geen kunstwerken aanwezig zijn, maar Lonnie Holley is toch nagenoeg de belichaming van zijn eigen repertoire. De kunstenaar gemuteerd tot kunstobject.
Lonnie Holley speelt zondag 7 september om 13.00 uur op het Bospodium.