De Unie: Carolina Trujillo

Apologeten vs. abolitionisten

Verdieping Gepubliceerd op 20 juni 2024
Door Carolina Trujillo

Carolina Trujillo is schrijver en columnist van de NRC. Die krant kan niet genoeg geloofd en geprezen worden dat Trujillo elke vrijdag de ruimte krijgt om het nieuwe extreem-rechtse regime te kapittelen, dan wel op te komen voor de rechten van het dier.

En over lof gesproken: Trujillo’s nieuwe roman De Instructies oogst op alle velden super goede recensies. Terecht, want het is een spannend en humoristisch boek over een groep dierenactivisten die ‘met meer idealen dan kunde’ een aanslag pleegt. Volgens Uitgeverij Koppernik is de roman ‘vooral een ode aan het juist in deze tijd zo onontbeerlijke geloof in het goede’. Alle reden dus om Carolina Trujillo bij te laten dragen aan De Unie.


Binnen elke strijd voor rechten woedt altijd dezelfde interne strijd. Het maakt niet uit of je het hebt over mensenrechten, vrouwenrechten, dierenrechten of rechten voor al wat op de planeet leeft. Strijders voor hetzelfde doel slaan elkaar de hersens in om dezelfde tegenstelling: die tussen abolitionisten en apologeten.

Abolitionisten willen zaken, meestal wetten, afschaffen. De bekendste abolitionisten waren voor afschaffing van slavernij, een mens moest een ander mens niet mogen bezitten. Punt. Apologeten, in de betekenis “verdediger van een stelsel of een reputatie in het algemeen” presenteerden dan argumenten als dat tot slaaf gemaakten best een goed leven konden hebben, soms zelfs beter dan hun armste lotgenoten in vrijheid. Met kleine stappen tot het afschaffen van slavernij komen was in deze visie ook dik prima. Geen tot slaaf gemaakten meer in Engeland, maar nog wel in de koloniën, nog wel met de zweep slaan, maar niet op zondag. Vertaald naar de strijd voor vrouwenrechten zouden abolitionisten gelijke rechten eisen door alle wetten die zaken verbieden voor vrouwen af te schaffen. Apologeten zouden blij zijn met vrouwenkiesrecht of een opheffing van het verbod tot autorijden, misschien niet per se recht op onderwijs eisen en gelijke beloning op de lange baan schuiven.

De strijd voor rechten van onze tijd moet, zeker gezien het aantal slachtoffers, de strijd voor dierenrechten zijn. Paul Watson, grondlegger van Sea Shepherd Conservation Society, zei: “Als je wilt weten waar je vóór de burgeroorlog op het gebied van de slavernij zou hebben gestaan, kijk dan niet naar waar je vandaag op het gebied van slavernij staat. Kijk naar waar je staat op het gebied van dierenrechten.”

Zoals in elke strijd voor rechten staan in de strijd voor dierenrechten apologeten en abolitionisten tegenover elkaar. Abolitionisten willen af van wetten die bepalen dat een dier bezit kan zijn. Wie als bezit wordt aangemerkt, kan als product worden behandeld. Daarom kan dieren van alles worden aangedaan en is wettelijk ingrijpen amper mogelijk.

Apologeten pleiten niet voor afschaffing van het dier als product, ze pleiten voor dierenwelzijn. In hun visie mogen dieren nog steeds bezit zijn, maar de omstandigheden waarin ze worden gebruikt kunnen verbeterd. Door inzet van apologeten worden leghennen niet in kooien gepropt, maar losgelaten in diezelfde loods, waar ze dan nog steeds opgepropt leven maar zonder kooien. Kalveren worden niet in kisten gestopt, maar in iglo’s of ze worden niet meteen na hun geboorte weggehaald bij hun moeder, maar wel na twee weken. Apologeten noemen deze kleine stapjes winst of een enorm verschil voor de dieren. Abolitionisten gaan liever gewoon dood dan zich voor kleine stapjes in te zetten. Een van hen zei: het is alsof je gevangenen waterboard, maar met gewatteerde boards, en dat winst gaat noemen.

Wat betreft dierenrechten kunnen abolitionisten niet anders dan veganist zijn. Je kunt niet de rechten van een individu willen erkennen en hem tevens opeten. Apologeten nemen het daarmee minder nauw. Zo kunnen mensen die zich overdag bij de dierenbescherming inzetten voor dierenwelzijn ’s avonds moeiteloos een dier oppeuzelen.

Een van de grootste schandvlekken in mijn leven zijn de jaren waarin ik vegetariër was. Die vlek beslaat zo’n acht jaar oppervlakte en dat terwijl ik aan de lopende band te horen kreeg dat ik zo goed bezig was. Wat precies de aanleiding was om vegetariër te worden, weet ik niet meer. De reden was dat ik niet verantwoordelijk wilde zijn voor dierenleed. Ik, die dacht een geïnformeerde, weldenkende vrouw te zijn, die kranten las, nieuws volgde en probeerde de wereld te begrijpen, kon acht jaar lang compleet blind blijven voor wat de zuivelindustrie moederdieren en hun jongen aandeed. Wie dat wel weet, kan de volgende alinea overslaan.

De melkkoe wordt door de veeboer zwanger gemaakt met stierenzaad. Dit gebeurt onder dwang. Wie ziet hoe dat eraan toegaat en zich voorstelt dat diezelfde handelingen bij een mens zouden worden verricht, zou dat verkrachting noemen. Bij dieren noemen ze het kunstmatige inseminatie. Als de melkkoe haar kalf baart, wordt dat afgepakt want haar moedermelk wordt aan mensen verkocht. Nog voor de melk voor haar eerste jong machinaal uit haar lichaam is gezogen, komt de boer weer met zijn vuist en zijn tube. Weer maakt hij haar zwanger, weer pakt hij haar pasgeborene af, hoe graag zij er ook voor wil zorgen. Na een jaar of zes produceert de koe minder melk en wordt ze op transport gezet naar het slachthuis. Al haar zoons zijn dan allang geslacht. Haar dochters zijn in dezelfde keten als zij beland.

Nu ik weet welk leed zuivel veroorzaakt, vraag ik me nog steeds af of ik nou zo dom was, of de zuivelindustrie zo slim. Hoe dan ook is een felicitatie op zijn plaats: gefeliciteerd stelletje naarlingen met al die jaren waarin jullie mij blind wisten te houden, en in het bijzonder die acht jaar waarin ik dacht dat dat niet zo was.

In die tijd zat ik een keer aan een diner met vleeseters. Uitzonderingen waren een veganist (Mariel, een Argentijnse metalhead) en ik in die beschamende vegetarische staat. Ik zei iets wat impliceerde dat vegetariërs en veganisten dicht bij elkaar stonden en Mariel mompelde: ‘Voor ons zijn jullie hetzelfde.’ Jullie waren vegetariërs en vleeseters. Die opmerking bleef jaren rammelen als een geluidje in je auto waarvan je de oorsprong steeds zoekt maar niet kunt vinden. ‘Voor ons zijn jullie hetzelfde, tiktiktik. Voor ons zijn jullie hetzelfde, tiktiktik.’

Ik moest de documentaire Earthlings te zien krijgen voor ik het begreep. Dag in dag uit lijden over de hele planeet dieren op gruwelijke wijze door toedoen van mensen. Wie geen bron van dat leed wil zijn, kan maar één ding doen: vegan worden. Vegans zijn niet vegan omdat ze vlees, kaas of koeienmelk vies vonden. Vegans zijn vegan omdat ze geloven dat dieren rechten hebben. Recht op hun leven, op lichamelijke integriteit, op mogen zorgen voor hun jongen en op een leven zonder opzettelijk toegebrachte pijn. De meeste vegans zijn vegan om dezelfde redenen als mensen mensenrechten eren, alleen doen vegans dat soort-overschrijdend. Voor deze zogenaamde ethische vegans kan het als verraad voelen om een bevriende vegetariër te complimenteren met zijn stappen in de goede richting. Sommigen doen het toch, in de hoop dat die vriend, aangemoedigd met positieve bekrachtiging, beter zijn best zal gaan doen. Deze vegans nemen een apologetische houding aan. Je hebt ook vegan vrienden die een abolitionistisch standpunt innemen. Die laten de blije vegetariër genadeloos eerlijk weten dat het leed dat hij toebrengt niet anders is dan het leed dat wordt toegebracht door de vleeseter: Je board is prachtig gewatteerd, maar er wordt iemand mee gemarteld.

Laatst was ik op een boekpresentatie van een boek over dierenbevrijders. Half vegan activistisch Nederland was er aanwezig. Van dierenbevrijders tot makers van plantaardige podcasts en schrijvers van activistenboeken. Bij de borrel stak het onderwerp zijn gespleten hoofd tevoorschijn: apologie vs. abolitionisme. Wat werkt het beste in de strijd voor dierenrechten? Zal wie gecomplimenteerd wordt met zijn keuze voor biologische kip, gaan overwegen te stoppen met dieren eten? Zal degene die veganistisch nog niet dood gevonden wil worden, van zuivel af gaan omdat je hem verantwoordelijk noemt voor dierenleed? Apologie praat dierenmishandeling goed, vond de een. Abolitionisme jaagt iedereen weg, vond de ander. Beide zouden elkaar versterken, probeerde een derde, mogelijk in een poging strijders voor hetzelfde doel bij elkaar te houden.

Ik dacht aan Mariel, aan het moment waarop ik naar haar terugging en haar vroeg of ze het nog wist van die keer dat ze me toebeet dat vegetariërs en vleeseters hetzelfde waren.

‘Als een ratelend geluidje in een auto,’ zei ik. ‘Tiktiktik.’ Zij was het vergeten, maar nu ze dit wist, nam ze zich voor zich vaker duidelijk uit te spreken. Mij raadde ze af dat te doen, zeker in geschreven stukken. Al helemaal in tekeningen. ‘Als je wilt dat mensen je boeken nog lezen, kun je beter bij abolitionisme vandaan blijven.’ Het was te laat. Het schema met de combinaties tussen non-vegans, abolitionisten, apologeten en de resultaten van hun interacties, had ik al getekend (zie verderop).

Mij had Mariel destijds best vaker en zeker harder mogen aanpakken. Net als elke mens die op latere leeftijd leert welke rechten hij allemaal geschonden heeft, zal ik voor altijd willen dat ik het allemaal sneller had begrepen. Dat ik eerder had gezien wat de industrie verborgen hield. Dat ik eerder veranderd was, met grote bevrijdende sprongen, niet met die kleine stapjes waarmee ik nog acht jaar lang kalfjes liet slachten voor mijn oppervlakkig kaasgenot. Voor grote sprongen heb je vrienden nodig die je de waarheid vertellen als ze die gezien hebben. Apologeten zeggen dat kleine stapjes ook in de goede richting bewegen, maar in zaken van leven en dood telt elke seconde. Wat je met kleine stapjes vooral doet is inboeten aan snelheid.

Carolina Trujillo
Mei, 2024.


carolina

Post

Ontvang POST, onze nieuwsbrief over wat ons beweegt, inspireert, fascineert of simpelweg leuk is.